’Vecht altijd terug’

Julie dHondt voormalig Statenlid

Eén uitspraak, ook nog eens uit z’n verband gerukt, zorgde ervoor dat het leven van toenmalig Statenlid Julie d’Hondt op z’n kop stond. ‘Als ik had kunnen uitleggen wat ik precies bedoeld had, was die ene uitspraak geen eigen leven gaan leiden.’

Een redelijk anonieme functie, dacht Julie d’Hondt toen ze zich namens de PvdA in 2015 verkiesbaar stelde voor de Provinciale verkiezingen in Utrecht. ‘Die anonimiteit paste beter bij me dan het raadslidmaatschap. Als raadslid ben je in een stad als Utrecht een bekend persoon. Ik moest er niet aan denken om op straat herkend te worden.’

Maar het liep anders. Eén uitspraak zorgde ervoor dat d’Hondt haar anonimiteit zag verdwijnen. Sterker, haar uitspraak, naam en foto gingen die novemberdag in 2020 viral. Het begon met een debat in de Statenzaal over zwarte piet. Forum voor Democratie had een motie ingediend naar aanleiding van het besluit om geen boeken met zwarte piet meer op te nemen in de collectie van de bibliotheek. Dat zou volgens de partij censuur zijn en dus moesten die boeken terug in de schappen.

‘Ik heb toen tijdens mijn inbreng gezegd dat ik dat geen censuur vind, maar meer een kwestie van vraag en aanbod. En ook: “Ik vind Jip en Janneke ook niet meer van deze tijd, dus ik kan me voorstellen dat die boeken op een gegeven moment ook verdwijnen”.’

Uit z’n verband gerukt

De hel brak los toen Forum voor Democratie direct een tweet de wereld in stuurde waarin stond dat de PvdA Jip en Janneke wilde verbieden. Via het Vlaams Belang, die er een dag later met wat plak- en knipwerk een filmpje van fabriceerde, en Martin Bosma die er in de Tweede Kamer vragen over wilde stellen, ging de uitspraak viral.

'Op dat moment sprong zwarte piet-minnend Nederland bovenop me’, blikt d’Hondt terug in haar werkkamer in Bunnik, waar ze nu wethouder is. ‘In de slipstream daarvan vroegen ook deugdelijke mensen zich af waarom de PvdA Jip en Janneke wilde verbieden. Het ergste was dat ik het niet eens zo gezegd had. Mijn uitspraak was totaal uit z’n verband gerukt en vervormd.’

Maar het leed was al geschied. Toen ze een dag na het debat tijdens een wandeling met een vriend op haar telefoon keek, schrok ze zich rot. ‘Duizenden meldingen op social media: scheldwoorden, bedreigingen, mijn kinderen zouden van me afgepakt moeten worden. Het was vreselijk. Ik heb twitter verwijderd en facebook uitgezet. De mailtjes die ik kreeg, heb ik nog geprobeerd te beantwoorden, maar dat was ook niet meer te doen'.

Toen d’Hondt ook telefoontjes begon te krijgen, werd ze ‘echt bang’. ‘”Jij vindt Jip en Janneke niet meer van deze tijd? Misschien ben je zelf ook niet meer van deze tijd”, zei iemand. Die telefoontjes kwamen erg bedreigend over. Toen iemand die dag bij me thuis aanbelde, durfde ik dan ook niet open te doen. Het bleek de fractievoorzitter met een bos bloemen te zijn.’

Stil blijven

En dan waren er nog de media. Ze werd gevraagd om uitleg te komen geven in Op1 en bij Beau, maar de landelijke PvdA, die de communicatie regelde, adviseerde haar om niet te gaan en te wachten tot de storm zou overwaaien. ‘Een verkeerde keuze’, vindt d’Hondt nu. ‘Door stil te blijven, ging het verhaal helemaal een eigen leven leiden. Want wat gebeurde er? Het filmpje dat Vlaams Belang had gemaakt, werd gewoon uitgezonden bij Op1 zonder dat iemand zich daarin verdiept had. Jort Kelder meldde toen ook nog in het programma dat ik mijn uitspraak ingetrokken zou hebben. Op die manier werd de kwestie alleen maar groter en groter. Ik heb een redacteur van Op1 gemaild dat ze beter aandacht konden besteden aan hoe dit soort bedreigingen ontstaan, en wat de rol van de media daarbij is, maar daar heeft ze nooit meer op gereageerd.’

Toen iemand van RTV Utrecht, met wie d’Hondt een goed contact had, ook nog meldde dat zij een push-bericht zouden laten uitgaan over de kwestie, barstte ze in tranen uit. ‘Doe dat niet, heb ik gezegd, ik wil niet nog een emmer drek over me heen krijgen. Gelukkig voelden ze aan dat het inderdaad beter was om het niet te doen.’

Oudejaarsconference

Ook al duurde de storm ‘slechts’ een paar dagen, nog steeds raakt het haar als ze ermee geconfronteerd wordt. ‘Die eerste periode vond ik het vreselijk om de televisie aan te zetten, omdat ik niet wist of het er weer over zou gaan. Ik was bang wat er in de oudejaarsconferences zou verschijnen. Een carnavalsgrap waarbij een standbeeld van Jip en Janneke werd weggehaald vond ik vreselijk. En om de duizenden grappen over Jip-en-Janneke-taal kon ik absoluut niet lachen, en nog steeds niet. Als ik nu, ruim twee jaar later, langs een Hema-etalage loop met Jip en Janneke erin, voel ik het nog steeds in mijn lichaam.’

Ook in de kinderopvang en op het schoolplein, haar kinderen waren toen 2 en 4 jaar, of in de supermarkt voelde d’Hondt zich niet meer zeker. ‘Ik dacht dat iedereen me zou herkennen en dat al die mensen dachten dat ik gek was, dat ik een boekenverbrander was.’ Ze weet nu ook dat haar naam eeuwig op internet zal blijven rondzingen als het over Jip en Janneke gaat. Elke keer als de zwarte pietendiscussie oplaait, krijgt zij ook berichten.

Eigen stijl

Dat was ook precies de reden waarom d’Hondt vorige zomer tijdens haar kennismakingsbijeenkomst als wethouder in Bunnik direct vertelde wat haar overkomen was. ‘Ik wilde niet dat de mensen op het gemeentehuis een verkeerd beeld van me zouden krijgen als ze mijn naam googelden. Het is zo vervelend dat er een beeld geschetst wordt dat helemaal niet klopt. Het maakt me onzeker.’

Of het ook invloed heeft gehad op haar werk als Statenlid? ‘Mijn plezier in het Statenwerk zat vooral in het verbinden van het persoonlijke met de politiek. Ik vond het leuk om politieke kwesties begrijpelijk te maken door er een persoonlijke noot aan te verbinden. Ik was even bang dat ik zo erg op mijn woorden moest letten dat dat ten koste zou gaan van mijn werkplezier. Ik heb toen bewust besloten dat ik mijn eigen stijl wilde behouden en me daar niet druk over zou maken. Het kostte me even moeite, maar gelukkig kon ik daarna op mijn eigen manier doorgaan.’

Terugvechten

Het hielp d’Hondt om met haar vrienden over het incident te praten. In het provinciehuis zelf was er op dat moment niets geregeld. ‘Omdat er geen protocol was, duurde het lang voordat er actie genomen werd. Ik wist niet bij wie ik terecht kon. Toen de Statengriffier aan me vroeg hoe het met me ging, en me adviseerde om met de Commissaris te gaan praten, ging het balletje rollen. Ik heb in samenspraak met hem de politie gebeld, maar zij namen me totaal niet serieus. Uiteindelijk heb ik door ingrijpen van de kabinetschef alsnog aangifte kunnen doen.’

Wat ze Statenleden zou adviseren die iets soortgelijks meemaken? ‘Vecht terug, laat iets van je horen’, zegt ze stellig. ‘Alleen door zelf iets uit te leggen, bijvoorbeeld in de media, voorkom je dat een kwestie een eigen leven gaat leiden. En ook: als je duizenden verwensingen krijgt op social media, lijkt het alsof de hele wereld tegen je is. Maar realiseer je dat de meeste mensen het hele onderwerp gemist hebben. Ik dacht ook dat iedereen me kende, maar dat is helemaal niet zo. Het is moeilijk om op het moment zelf te relativeren, maar je zou het eigenlijk wel moeten doen.’

‘Als Statenlid heb je de verantwoordelijkheid om het fatsoenlijk te houden. Dat is tegenwoordig best moeilijk, omdat er steeds meer populistische fracties in de Statenzaal terechtkomen. Zelf heb ik het ook meegemaakt: mensen die je hard uitlachen tijdens een debat, of met de vinger naar het voorhoofd wijzen. Of via twitter een discussie willen uitvechten. Ik zou zeggen: voer het gesprek in de vergaderzaal zelf, en niet daarbuiten. Met mij is het goed afgelopen, maar er kunnen ongelukken van komen. Er hoeft maar één gek tussen te zitten, dus ben zuinig op elkaar.’

Meer informatie

Dit is een interview in een reeks vraaggesprekken met Statenleden, andere volksvertegenwoordigers en bestuurders over hoe zij omgingen met bedreigingen of intimidatie, maar ook hoe zij ondersteuning geven aan collega's die te maken krijgen met bedreiging, agressie en intimidatie.

Het interview is gemaakt door Mariëlle van Bussel in opdracht van het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur (Statenlidnu, Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Wethoudersvereniging) en eerder gepubliceerd op de website van Statenlidnu.

Contact Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur

Het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur biedt burgemeesters, wethouders, raadsleden, Statenleden en gedeputeerden die geconfronteerd worden met vraagstukken rondom de eigen veiligheid (intimidatie, bedreiging, agressie en geweld) steun.

Het Ondersteuningsteam bestaat uit vertrouwenspersonen, experts en ervaringsdeskundigen en biedt een luisterend oor en persoonlijk advies.

Wanneer u te maken krijgt met agressie en intimidatie kunt u 24/7 contact opnemen met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur. Het Ondersteuningsteam is telefonisch bereikbaar op 070-3738314. U komt dan in contact met een van de vertrouwenspersonen.

Een overzichtelijke infographic geeft voor verschillende fasen (preventie, reactie en nazorg) inzicht in de verschillende instrumenten en diensten die het Netwerk Weerbaar Bestuur biedt. De infographic is bedoeld voor bestuurders, volksvertegenwoordigers en de ambtelijke organisatie.